Skip to main content

    Link naar HAweb

    Voor het eerst meer vrouwelijke dan mannelijke huisartsen

    18 juli 2020. Voor het eerst meldt het CBS meer vrouwelijke dan mannelijke huisartsen. Grofweg zes van de tien huisartsen was eind 2018 vrouw (58 procent). Dat komt vooral doordat veel mannelijke huisartsen met pensioen gaan, terwijl op hetzelfde moment meer vrouwen dan mannen afstuderen van de huisartsenopleiding.

    De huisartsenwereld is lang een mannenwereld geweest, weet huisarts Katinka Dirken – Heukensfeldt Jansen (62). “Toen ik begon was ik de tweede vrouwelijke huisarts in Tilburg”, zegt ze. “Ik heb alle fases meegemaakt.” Volgens Dirken – Heukensfeldt Jansen, ook bestuurslid van de Landelijke Huisartsen Opleiders Vereniging (LHOV), is de huisartsenopleiding populair onder vrouwen omdat de nadruk in het vak sterk ligt op contact met patiënten. “Dat was niet zo toen ik begon. Na twee jaar werken dacht ik dat ik een beetje gek was.”

    Vrouwen mogen over het algemeen dan meer gericht zijn op communicatie en contact, huisarts Hedwig Vos, ook hoofd van de huisartsenopleiding van het Leids Universitair Medisch Centrum, wil ervoor waken dat toe te schrijven aan de biologie. “Vrouwen wordt aangeleerd dat ze zich meer moeten richten op praten en contact.”

    Hoe dan ook is er wel iets te zeggen over verschillen tussen mannen en vrouwen. Uit onderzoek blijkt dat consulten van vrouwelijke huisartsen langer duren dan die van mannen. Ook doen vrouwen minder lichamelijk onderzoek bij mannelijke patiënten dan bij vrouwelijke. Hetzelfde geldt andersom. “Maar dat gaat over grote groepen”, benadrukt Vos. “Dat zegt niets over individuele artsen.”

    Het is in ieder geval goed dat er iets te kiezen valt, zegt Lydia Ketting van de Vereniging Vrouwelijke Artsen. “Vrouwen willen vaak liever geholpen worden door een vrouw, en mannen door een man. Die ruimte moet er zijn.” Ketting benadrukt dat de huisartsengeneeskunde een belangrijke rol heeft gespeeld en nog altijd speelt in onderzoek naar hoe ziektes en aandoeningen zich bij vrouwen anders uiten dan bij mannen. “Dat is geïnitieerd vanuit de huisartsengeneeskunde. De eerste hoogleraar die zich specifiek met dit onderwerp bezighield, was een huisarts.”

    Of dat ook betekent dat vrouwen meer oog hebben voor specifieke klachten bij vrouwelijke patiënten? De artsen denken van niet. “Onderwijs over seksespecifieke klachten is in de opleidingen nu heel normaal”, zegt Dirken – Heukensfeldt Jansen. “Mannen weten dat ook.”

    De huisartsenopleiding is van oudsher ook populair onder vrouwen omdat die goed, of in ieder geval beter dan andere specialismen, te combineren is met een gezin. Al is er van kleine deeltijdbanen absoluut geen sprake. Een fulltime huisarts werkt 59 uur, zegt voorzitter Wendy Borneman van het Nederlands Huisartsen Genootschap. De jonge generatie werkt gemiddeld 0,75 fte, wat nog steeds neerkomt op 44 uur per week. “In die jongere generatie werken mannen en vrouwen ongeveer evenveel. Jonge mensen hebben behoefte aan een betere balans tussen werk en privé, ook de mannen.”

    Het is wel zo dat huisartsen hun werkzame leven redelijk flexibel kunnen indelen, zegt ze. “Huisartsen kunnen in elke levensfase kijken: wat past bij mij? Zo kunnen ze de eerste jaren in loondienst, om daarna pas een eigen praktijk te starten. Als mensen weer dichter bij hun pensioen komen, zie je vaak dat ze hun praktijk stoppen en weer een paar jaar waarnemer zijn of in loondienst gaan. Daar kunnen andere specialismen nog wel iets van leren.”

    Kijkend naar de huisartsenopleidingen zullen er de komende jaren veel meer vrouwelijke huisartsen de arbeidsmarkt opkomen dan mannelijke. Kunnen patiënten straks nog kiezen voor een mannelijke huisarts, als ze dat graag willen? “Daar moeten we echt op letten”, antwoordt Vos. “We moeten de opleiding goed verkopen. Huisartsen zijn inmiddels de specialisten van de echt complexe patiënten; van de mensen die niet alleen hartritmestoornissen hebben maar ook diabetes en slecht werkende nieren. Het is niet alleen maar praten wat huisartsen doen.”

    Uit: Trouw, 18 juli 2020